Bits voorheen

mat van der heijden

Bits 07-04-17

De BITS van deze week bestaat uit de gehele tekst van de Performance "Movements", voorgedragen zondag j.l. in Galerie Het Bouwhuis met Machteld van de Putte tijdens de opening van mijn solo-presentatie die nog tot en met 26 mei in de galerie te bezichtigen is.

"Movements"

Machteld:

Panningen - Sevenum 11 km - Horst 17 km - Tienray 23 km - Meerlo 25 km - Wanssum 28 km - Well 32 km - Goch 47 km - Pfalzdorf 51 km - Schneppenbaum 58 km - Hasselt 60 km - Warbeyer 65 km - Emmerich am Rhein 70 km -'s Heerenberg 74 km - Zeddam 77 km - Braamt 80 km - Kilder 82 km - Wehl 84 km - Laag-Keppel 89 km - Hummelo 90 km - Toldijk 96 km - Zutphen 110 km - Gorssel 120 km - Epse 125 km - Deventer 137 km - Lettele 140 km

Mat:

Het is zomer als ik me voorneem mijn solo-tentoonstelling in Het Bouwhuis op te luisteren met een tekst. Ik weet dan nog niet hoe de tekst er uit gaat zien. Ook niet hoe ik het ga brengen. Wel dat het een aanloop naar mijn recent werk wordt.

Sinds voorjaar 2016, plaats ik wekelijks een blog getiteld "Bits" op mijn site, waarna Henriëtte, mijn galeriste, de expo heeft geagendeerd als "Bits and Movements". De Bits staan er al; ik besluit in september de "Moves" te maken.

Ik neem me voor mijn beeldend werk buiten mijn atelier te overzien in een fietstocht van Panningen naar Lettele, welke een uur of 6 á 7 in beslag zal nemen. Omdat ik weet dat mijn gedachten tijdens mijn wandelingen en fietstochten onverwachte wendingen nemen, wil ik proberen te achterhalen of hiermee wellicht een link te leggen valt naar mijn manier van werken.

Eind oktober maken we de definitieve planning. Zaterdag 19 en zondag 20 november. Enkele dagen voordat ik ga vertrekken zie ik de weersvoorspellingen met enige zorg tegemoet. Zaterdag: Zuid-Zuidwesten wind kracht 4. Zondag: Zuid-Zuidwesten wind kracht 6-7 aantrekkend tot de eerste echte najaarsstorm met hevige windstoten. Waar ging dit ook al weer over?

Machteld:

Eind jaren zeventig kom ik voor enkele kleine vullingen bij tandarts Engels. Er heeft vijf jaar daarvoor al een enorme renovatie plaats gevonden in het kerkhof in mijn mond, aldus Engels. In twee langdurige sessies heeft zoonlief het achterstallig onderhoud van zijn vader geheel hersteld en besloten er nog een beugel achteraan te gooien.
Het meest pijnlijke blijft echter "het boren" voor een vulling.
Bij de eerste inzet, schiet een scherpe naald via mijn onderkaak tot mijn schedel. Ik sla de boor uit mijn mond, duw de tandarts opzij en ren met tranende ogen naar buiten, spring op mijn fiets en dool tot 's avonds na het eten in het bos bij mijn dorp. Als ik zeker denk te weten niet terug te moeten, ga ik naar huis, zet mijn fiets in de garage en loop vertwijfeld het terras achter het huis op.
Mijn moeder komt me buiten al tegen en omarmt me intens zonder iets te zeggen. Ik voel de onvoorwaardelijke liefde, maar ook de ruimte; ik mag mijn eigen keuzes maken.

Mat:

Ik besluit toch te gaan.

De zaterdag vliegt voorbij. Het blijft droog, de zon komt af en toe lekker door en ik geniet van het kalende landschap, de Rijn bij Emmerich en de bosrijke omgeving van Salland. Om niet te vroeg te arriveren neem ik nog wel een korte pauze, maar de sterke rugwind brengt me moeiteloos om 15.00 uur in Lettele. Heerlijke tocht, maar helemaal vergeten de beelden in mijn hoofd mee te nemen.

Een hartelijk ontvangst met een heerlijk etentje in Deventer brengt me naar een welverdiende nachtrust tot de volgende ochtend een klapperend luik me om 6.30 uur doet ontwaken. De regen geselt het raam terwijl felle rukwinden de beuken van haar bladeren ontdoen. Ik draai me om; het is nog donker.

Machteld:

Met Ben, mijn oudste broer en de begrafenisondernemer tillen we pap van het bed op het brancard. Ik verbaas me over zijn stijfheid en gewicht. Eenmaal overgeheveld, wordt een stug grijs zeil over zijn lichaam geslagen. Enkel zijn kruin is nog een beetje zichtbaar. Met twee riemen wordt pap stevig vastgegespt. Zijn rechterbeen, behoorlijk gebogen, wordt zorgvuldig maar kordaat met een ferme ruk aan de riem, binnen het brancard getrokken. Het kraakt. Ik besluit nooit meer op mijn rug, met opgetrokken been, in slaap te vallen.

Mat:

Om 8.00 uur zit ik aan koffie en ontbijt. Voorzichtig kijk ik naar de radarbeelden op mijn mobiel. Na 9.30 uur wordt het droog; nou ja, droger. Goed gekleed besluit ik, volgens plan, om 9.00 uur te vertrekken; de kiezels af, het bospad op en dan linksaf richting Deventer, zoals mijn navigator mooi aangeeft. Zonder pauze brengt mijn navigator me, afgesteld op mijn trainingsgemiddelde, om 14.15 uur thuis.

Net voor Deventer, voorbij een kleine Vinex-wijk, draai ik linksaf om mijn weg te vervolgen tussen een kanaaltje en een hoge afscheiding van de paralelle Rijksweg. Behalve wat vervelende rukwinden, voel ik weinig druk en kan mijn pedaalslag gemakkelijk in cadans brengen. Een beetje nattigheid, maar met opgewarmde beenspieren en een prima sluitende regenjas allemaal best te doen. Nu niet te hard van stapel lopen, prent ik mezelf in. Een korte neerwaartse blik ziet mijn kettig voor over het binnenblad en achter midden over de casette lopen. Prima.

Maar een half uurtje later heb ik al verschillende erg vervelende open stukken gehad. En als het al een beetje beschut is, ligt de weg bezaaid met takken en bladeren en scherpe schillen van de vele beuken langs de weg. De regen striemt met vlagen mijn gezicht als ik blij ben Zutphen bereikt te hebben en enigszins beschut de bebouwde kom kan binnenrijden. Even lucht, even mijn bovenbenen ontspannen.

Bij het uitrijden van de stad doorkruis ik een groots opgezet modern industrieterrein; brede wegen met jonge aanplant en grote glazen puien waarin de wolkjen dreigend voorbij razen. Ik kom nauwelijks vooruit. Mijn hoofd wil naar 's Heerenberg, net voor de Duitse grens, waar ik mijn eerste pauze ga nemen. Ik let al lang niet meer op de tijd, mijn snelheid of de steeds oplopende aankomsttijd van mijn navigator. Enkel de afstand tot de volgende afslag neem ik in me op, waarbij ik elke 100 meter vertaal in de lengte van een voetbalveld. Dat kan ik overzien, dat is te doen. Zo krabbel ik via tientallen voetbalvelden tot de eerste de beste overdekte bushalte in 's Heerenberg.

Machteld:

Cirkels Tellen

In de tunnel tel ik cirkels
bij vijf ben ik de tel
al kwijt en kijk snel om
maar niemand hier ziet ook maar
één van de gemiste ringen,
telt de getreden stappen
of voelt zijn longen vol
autodampen lopen.

Na negen ringen raakt het aantal
zo op hol dat het tellen
overgaat in tegels turen,
napelsgeel tot asfaltgrijs.
Badhuiskeramiek uit vervlogen tijden
leidt mijn ogen naar het einde
waar een bol aan het plafond
me al van verre aan ziet komen.

Naar het licht loop ik
mijn stappen tegemoet
en vergeet de tekens die
mijn huid
van kruin tot tenen
voort blijft slepen.


Ik ben gelukkig als ik tel.

Mat:

Het is 12.15 uur als ik mijn tocht redelijk hersteld weer ga vervolgen. Het regent niet of nauwelijks, maar ik hou mijn regenjas toch maar aan; je weet maar nooit. Voorbij de Duitse grens neem ik bij Emmerich de brug over de Rijn. Het is de eerste keer dat ik bovengekomen, compleet stil kom te staan. Letterlijk aan de reling geparkeerd. De storm rukt de mouwen van mijn regenjas. De afdaling verloopt als nooit tevoren; met uiterste kracht pers ik mijn pedalen beurtelings omlaag, maar houd tegelijkertijd mijn handen stevig aan de rem om bij elke rukwind mijn stuur in balans te kunnen houden. Ik zie niet meer dan mijn voorwiel. Eenmaal onder gekomen ontwaar ik een politieauto half op de weg met blauw zwaailicht. De dienstdoende agent staat langs de weg alle passerende automobilisten met neerwaartse armgebaren te manen hun snelheid te minderen bij het oprijden van de brug. Ik moet door.

Duitsland wordt een crime. Daar waar ik de dag ervoor nog zo genoot van al die mooie binnenwegen en kleine gehuchten waar mijn navigator me doorheen loodste, wordt ik nu radeloos van het niet weten waar te zijn. Ik heb geen notie meer van tijd of plek als ik me voorneem naar huis te bellen. Mijn tocht zit er half op en dit is gewoon niet te doen. Steeds vaker zie ik mijn gezicht weerspiegelt in het kleine scherm op mijn stuur, mijn mond wijd open, hevig schuddend van links naar rechts. Als een tweede tegemoetkomende auto in het desolate landschap zijn auto even in de berm tot stilstand brengt bij het passeren, realiseer ik me mijn fietsgang. Een kanariegeel opbollend object dat zwalkend van links naar rechts het gehele wegdek gebruikt om zich enigszins vooruit te bewegen. Waar ben ik?

Machteld:

Er is die man op TV. Een Duitser, met bril. Zwaar montuur, kort donker haar. Gezeten voor een grote glazen pui, met daarachter nog meer glazen gebouwen. Een moderne grootschalige campus, maar het zou ook een kantorencomplex kunnen zijn. Zijn spraak is zwaar en monotoon.
"We zijn er niet. Ik ben er niet. Jij bent er niet. Alles wat je hier ziet is er niet. Allemaal hersenspinsels. Alles wat je waarneemt, hoort, ziet, voelt, ruikt, alles wat je raakt; allemaal beelden in je hoofd. Elektriciteit. Een aaneenschakeling van momentopnames tot energievelden. Feiten zijn onbelangrijk. Er zijn geen feiten. Omdat je denkt dat je er bent, maak je van je eigen feiten een plausibel geheel. Dat is er niet. Nooit geweest".
Stilte. De camera draait naar buiten waar een grijze nevel een donkere sluier over de aanpalende panden drapeert. Met moeite is hier en daar het kunstlicht nog net te onderkennen. Geen mens te zien.

Mat:

Onwetend waar te zijn, ontstaat het belprobleem. Na elke volgende bocht besluit ik toch nog even door te knuren tot zo meteen wellicht een herkenbaar "ophaalpunt" verschijnt. Het zijn allang geen voetbalvelden meer, maar bomen, elektriciteitsmasten, geplastificeerde hooibalen en bochten, die me steeds een beetje verder brengen. Ik fiets continu in de kleinste versnelling.

Goch, dat wordt mijn eindstation. Is ook wel te doen, met de auto, vanuit Panningen.

En Goch ga ik halen, maar ik kom niet echt in de stad en wordt door wegwerkzaamheden via een woonbuurt weer het veld in geleid. Shit, hoe leg ik dit uit?
Het is dan nog een kilometer of tien tot De Wellse Hut, een recreatieplek in de bossen nabij de grens. Vanuit Panningen ruim een half uur met de auto. Moet kunnen. Drie kwartier later sukkel ik voorbij het verlaten terras, waar afgezien van een verloren wandelaar, geen hond te bekennen is. Mijn maag begint op te spelen. Van De Wellse Hut tot Well is nog maar 3 kilometer. Een slingerweg door het bos. Meteen aan de rand van het dorp ligt een tankstation waar ik wel wat eten en drinken kan kopen. Kan ik daar rustig uitzakken, naar huis bellen en een half uurtje wachten op transport. Toch maar mooi ruim 100 kilometer af kunnen leggen in dit helse weer.

Maar pedalerend in de bossen, hervind ik mezelf en warempel, mijn tred verloopt weer wat soepeler. Zonder na te denken tik ik mijn rechterwijsvinger twee keer kort tegen het versnellingsapparaat. Moeiteloos draai ik met dezelfde kracht een hoger tempo.

Machteld:

In de ochtendschemer sta ik een meter of tien van de kippenren vandaan. Meteen achter het poortje duikt een klein grijs konijn in een onlangs gegraven hol. Een beetje beduusd, loop ik voorzichtig naar de ren. Via de achterzijde huppelt nu een hele rij konijntjes vrolijk naar het hol. Het zijn allemaal jonkies die met gemak door het rechthoekig, groen geplastificeerd gaas kruipen en keurig in gelid het hol induiken. Grijs, bruin maar ook bont en zwart-wit gevlekte exemplaren schuifelen schaamteloos voor me langs. Mijn haan en drie kippen paraderen door de ren alsof er niets gebeurt. Al ik het poortje open, wordt ik wakker.

Mat:

Na wat drank en spijs in de tankshop te hebben gehaald, plof ik buiten op een bankje. Uit de wind en in de nu gestaag dalende zon becijfer ik mijn pad. Maasbrug, Wanssum, Meerlo, Tienray, Horst, Sevenum, Panningen. Ik weet waar ik ben, wat achter elke bocht verschijnt, hoe de wegen lopen en waar de knelpunten komen. Twintig minuten, enkele chocolade-caramelrepen en een liter drinkyochurt later, fiets ik de Maasbrug op. Twee voetbalvelden, dan een rotstuk vol in de wind, maar dan weer wat omlaag. Zo herleid ik alle open stukken tussen de dorpen tot kleine trajecten.

Ik ga niet bellen.

Het is bijna 16.30 uur als ik Panningen binnen rijd. Het schemert en de wind lijkt toch ietwat te zijn gaan liggen. Thuis gekomen, zit Laika vrolijk kwispelend te wachten op zijn brokken en een korte avondwandeling. Na een heerlijke douche lopen we samen een half uurtje door het veld.

Mijn hoofd is leeg, mijn tocht ver weg, van alle voornemens.......... niets over.



Wekelijks verschijnt een nieuwe
BITS.
Op de hoogte blijven?

Mail me

(svp je mailadres, o.v.v BITS)
Performance Het bouwhuis

Foto's Frans Rentink

Performance "Movements"
Zondag 2 april 2017
Galerie Het Bouwhuis, Lettele
Machteld van de Putte - Mat van der Heijden



Reacties
(svp o.v.v. REACTIE BITS en je naam)
Back to Bits