Mijn wandelschoenen zijn elk jaar
behoorlijk afgetrapt. De zool, en dan
met name de hak, vertoont vooral aan de achterzijde een
zijdelings aflopend profiel. Nieuwe hakken bij de lokale schoenmaker
bieden uitkomst voor een jaartje uitstel naar de speciaalzaak.
Sinds enkele jaren huist in mijn woonplaats een, naar ik schat, eind
vijftiger die alle lederwaar, en dus ook mijn schoenen uitstekend
herstelt. Met zijn armen geheel getatoeëerd en zijn stijlvol naar
achter golvend grijs, halflang kapsel, zie ik hem zo de wijde wereld
inrijden op zijn Harley.
De "sjoester".
Halverwege de Koetsierstraat, komend vanaf de Kloosterstraat links,
loopt een smalle oprit tussen twee vrijstaande huizen, naar de
achterkeuken van de schoenmaker. Ik ben een jaar of tien als mijn
moeder me met mijn gehavende voetbalschoenen in een plastic zak op pad
stuurt. De man is doof, grijs en altijd voorover gebogen aan het werk.
Er staan rijen schoenen op diverse planken aan de wand. Hij knikt met
zijn hoofd naar mijn tas. Als ik mijn lichtelijk ingescheurde kicks aan
hem toon, krabbelt hij wat op een papiertje, scheurt een nummerkaartje
van een blokje, steekt enkele zwart besmeurde vingers omhoog en
brabbelt "dachen", waaruit ik begrijp dat ik over enkele dagen mijn
schoenen weer op kan halen.
Gewoon een uitstekende ambachtsman.
Niets verandert.
|
Wekelijks verschijnt een nieuwe
BITS.
Op de hoogte blijven?

(svp je mailadres, o.v.v BITS)
|