Vanaf het moment dat
je als peuter gaat communiceren met de mensen om
je heen, zoek je je plekje in die gemeenschap. Behalve dat je jezelf
gaat profileren, probeer je ook die ander te plaatsen in je wereldje.
Wat is dat voor iemand?
Dat gaat vaak gepaard met allerhande emoties en handelingen die
helemaal niets met die persoon te maken hebben. Waarschijnlijk wordt
het
plaatje door iedereen anders ingekleurd.
Soms dicht ik mensen eigenschappen toe. Wellicht hoop ik ze daarmee
dichter bij me te krijgen, voel ik meer verwantschap.
Wellicht een hunkering naar begrip, naar sociale genegenheid.
Naar vertrouwen.
Naarmate mensen dichterbij me staan, alsof ze naast me op het bankje
zitten, splijt het mijn ziel, te ervaren dat mijn versie niet strookt
met dat wat ik dacht te zien en voelen.
En hopen.
Dat ik je
Dat ik je tegen kwam
Dat ik je
Dat ik je zag
Dat ik je tegen kwam
Dat ik je tegenkwam en zag
Dat ik je zag en dacht
Dat ik dacht
Dat ik dacht dat ik je
Dat ik dacht dat ik je zag
Dat ik je zag
Dat ik je zag en dacht
Dat ik je zag
Daar - daar op dat plein
Dat plein waar ik
Dat plein waar ik je dacht
Daar waar ik je zag - ik dacht
Dat daar - toen op dat plein
Dat daar dicht bij die school
Dat op dat schoolplein daar
Dat ik daar je tegen kwam
Dat ik je
Dat ik je daar
Dat ik je tegen kwam
Dat ik je tegen kwam en zag
Dat ik je zag
En dat ik dacht
Dat ik dacht dat ik je zag
|
Wekelijks verschijnt een nieuwe
BITS.
Op de hoogte blijven?
(svp je mailadres, o.v.v BITS)
|