Tot voor kort schoof ze elke donderdagochtend aan, na haar
rollator bij de buitendeur geparkeerd te hebben. Corry, bijna
94.
Maar twee brillen over elkaar en pauzes na elk kwartier konden
haar
niet meer tot schilderen brengen. Woonachtig op nog geen 100
meter bij
me vandaan, werp ik elke dag een blik naar binnen, naar haar
zetel
onder de schemerlamp, vanwaar ze enerzijds haar dagelijkse
puzzelboekje
ter hand neemt en anderzijds het straatgebeuren nauwkeurig kan
volgen.
De spiegeling van het licht op het glas, maakt het naar binnen
kijken
bijna onmogelijk, maar ik voel haar zitten. Minuten, uren, dagen
trekken aan haar voorbij. Tijd is relatief.
De
dag
De dag dondert niet
als ik in de vroege ochtend
links - de bergweg
achter zwarte beuken
bewandel.
Zwart als Laika, als het
asfalt
dat met zwarte aarde
aan haar zijde zachtjes
knarst - onder mijn zwarte
schoenen.
Boven het dorp begint de dag
zich zichtbaar op te dringen
maar waar ik ga
ligt niemand wakker op
velden vol zware zwarte
aarde.
Achter haar beige gordijn
schemert het licht
waaronder Corry
puzzelt - tot wel honderd
jaar
aan haar voorbij getrokken
zijn.
De dag kan haar gestolen
worden.
|
Wekelijks verschijnt een nieuwe
BITS.
Op de hoogte blijven?
(svp je mailadres, o.v.v BITS)
|